| 09
De koffieplant is een plant met ovale bladeren en witte,
geurende bloemen. De vrucht lijkt op een bes met twee
zaden en wordt koffieboon genoemd. Om het plukken te
vergemakkelijken worden de planten rond een hoogte van
drie meter gesnoeid.
De koffieplant groeit in een vochtig en warm
klimaat. Vooral tussen de Kreeftskeerkring en de
Steenbokskeerkring gedijt hij goed. De meeste
koffieplantages zijn dan ook te vinden rondom de
evenaar, op continenten als Afrika, Azië en Zuid-Amerika.
Voor de koffieteelt zijn twee soorten planten belangrijk:
de Robusta en de Arabica. De Robusta groeit tot op
een hoogte van 700 meter, is stevig en kan goed tegen
hoge temperaturen. Deze soort is resistenter tegen ziektes
en parasieten dan de Arabica. Laatstgenoemde is erg
kwetsbaar en groeit veelal hoog in de bergen. Vanwege
deze ligging wordt de koffie met de hand geplukt. De
Arabica is beter van kwaliteit dan de Robusta.
Koffieplanten leveren na ongeveer vijf jaar een goede
oogst aan bonen. Een plant kan twee tot drie keer per jaar
bloeien. Na de bloei duurt het nog zo’n zes tot veertien
maanden voordat de vrucht rijp is. Doordat de plant
meerdere malen kan bloeien, zitten aan één plant rijpe én
onrijpe vruchten. Een plant kan jaarlijks ongeveer 1,5 tot 2
kilogram aan koffiebonen produceren.
Teelt & oogst van de koffieplant